De wereld om ons heen wordt steeds meer digitaal. En dat merk je ook op de werkvloer! Toch kan het soms lastig zijn om al deze veranderingen bij te houden. Daarom gaan we stap voor stap een aantal opties voor digitalisering in je bedrijf bekijken. We beginnen bij Low-code en No code: de manieren om al je data te verenigen en te digitaliseren.

Toepassingen

In een bedrijf of organisatie worden veel verschillende bronnen voor informatievergaring gebruikt. Veel organisaties gebruiken hier nog papieren documenten of spreadsheets voor. De informatie uit formulieren, enquêtes, rapportages en checklists kun je allemaal verzamelen en digitaal verwerken met behulp van een no code of Low-code platform. Deze platforms bieden een aantal basisbouwblokken waarmee je snel complexe applicaties in elkaar kunt zetten. Een aantal voorbeelden van applicaties die je kunt bouwen zijn: applicaties voor backoffice, mobiele applicaties of een applicatie voor het koppelen van formulieren aan data. Deze applicaties zijn ter vervanging van bijvoorbeeld bestaande Excel-documenten en hiermee heb je al je data gecentraliseerd op één plek.

Verschil

No-code en Low-code zijn in veel opzichten gelijk. Bij beiden hoeft er veel minder code te worden geschreven dan bij traditionele (high code) softwareontwikkeling. Op een No code platform kun je eenvoudig niet al te complexe applicaties bouwen zonder hierbij te coderen, vandaar de naam. Hiermee is deze manier van software ontwikkelen dus ook geschikt voor iedereen zonder IT-achtergrond. Als je een stap verder gaat, kom je uit bij low-code platformen. Hierbij heb je wel de mogelijkheid om zelf te programmeren en codes in te voegen. Om deze reden is voor low-code meer programmeerkennis of codeerervaring vereist dan voor no code. Het werken met een low-code platform is daarom niet altijd eenvoudig  – en zal voor de onervaren gebruiker al snel te complex zijn. Er is vaak sturing of begeleiding nodig. Wel biedt een low-code veel meer mogelijkheden dan no code systemen.